Gerrit Ariese

Gerrit Ariese vrijgezel voor het leven

Hij wordt op sinterklaas, 5 december 1880 in de bedstee geboren en met een kippetrapje achter in de richel, de geut, gaat hij later het kleine lage zoldertje op, want daar staat zijn bed. Hij kijkt zo tegen de pannen aan, zomers lekker warm, ’s winters bitter koud.

Hoe het in zijn jonge jaren vergaan is, weten we niet. Maar ongetwijfeld heeft vader Jan nog al eens een keer moeten ingrijpen. Gerrit was niet al te meegaand en daarbij heetgebakerd. Kort voor de kar!

Maar dank zij hem heeft opoe Fort het na de dood van Jan financieel niet slecht gehad. Als vrijgezel is Gerrit altijd thuis gebleven bij zijn moeder Tonia. Gerrit heeft maar kort op de oven gewerkt. Zijn karakter komt niet overheen met de hitten, waar hij als stalknecht mee moet rijden. En voor de rest van het werk heeft hij al helemaal geen belangstelling. Samen met Mijndert fietst hij al gauw naar de Betondak welke nog aan deze kant van de Linge ligt, tegen Gorcum aan.

Daarnaast heeft hij ook wel tijd om een bestuursfunctie te bekleden bij de ijsclub Servatius, maar hij wil wel op tijd naar huis. ’t Is weer vroeg dag.

Daar houdt die ‘Mijn van Dirke’geen rekening, die is niet van het ijs te slaan. Op een avond raadt hij de overige bestuursleden aan om maar een strooimatras op het ijs te gooien, dan kan die “meid van Dirke blijve slaope”. Want het licht gaat uit. Zelf kan Gerrit ook aardig uit de voeten op de schaatsen. Geert Roza heeft ze tot op de dag van vandaag bewaard.

Bij de muziek of de zang is niets voor Gerrit. Hij is niet zo muzikaal en voetballen, achter een bal aanlopen, is helemaal niks. Gerrit zien we ook terug in het bestuur van de vereniging ‘Varkensverzekering’, maar dan wel op de foto. Ook van de mondharmonicaclub ‘Tavenu’ moet hij niets hebben, maar die wordt dan ook na 4 jaar in 1933 al weer opgeheven

Het is bekend dat Gerrit niet zo van sla hield en hij wenste dat dan ook onder geen beding te eten. Als het weer op tafel komt, kiepert hij zijn bord zo ondersteboven met de woorden :”ik wil gin gčte-voeier”.

Op een dag loopt de ketting van zijn fiets. Gerrit is niet zo handig dat hij hem gemakkelijk erom legt. Maar van zijn reactie schrikt aanvankelijk iedereen. Hij schopt er met zijn klompen tegen dat de stukken eraf vliegen, zo kwaad is hij. Maar helaas….. de ketting blijft eraf en het verhaal doet nog de ronde.

Gerrit gaat weleens een borreltje drinken bij Van Weelden, maar nooit in het café, nee daar komt hij niet. Hij gaat niet verder dan de keuken onderin.

Hij is door zijn zus Johanna Cornelia in 1940 met zijn moeder, nadat hun huisje is opgeblazen, liefderijk opgevangen. Tot aan het trouwen van Jo de Leeuw heeft hij nog in de achterkamer gewoond van het winkeltje. Later is hij ook op zijn oude dag door de kinderen Gert en Mijntje verzorgd. Ze vinden hem uiteindelijk op 10 maart 1966 dood onder zijn bed. Ongetwijfeld is het niet gemakkelijk geweest. Kom er nu eens om. Zij deden het.