De baksteenfabricage te Vuren 

Het begin van de baksteenindustrie in Vuren ligt al rond het jaar 1681. In 1672 (= Rampjaar; het volk is redeloos, reddeloos en radeloos) hebben de Fransen nogal huis gehouden in Nederland. Het kasteel "Vuren" is o.a. verwoest. De schade van de dijkdoorbraken (= Hollandse Waterlinie) moet hersteld worden en er ontstaat enige export. Kortom er is ook in de omgeving vraag naar stenen.

Een goede gelegenheid om in Vuren, met in de Hondswaard de geschikte klei voor het opgraven en in de Waal het benodigde zand een veldoven te bouwen, op zich niet zo ingewikkeld. Ook de arbeiders staan in de rij door de teruglopende handel en crisis in de landbouw, gecombineerd met veeziekten. Het gaat niet zo goed in Nederland.

steenfabriekvuren (123K) In 1902 schrijft het 'Volksdagblad' hierover:
Langs de Waaloevers krioelt het van steenovens, waarin een schamel gekleede, met vet
spek gevoede bevolking het voorjaar, den zomer, den herfst van het leven slijt,
onbewust van haare waarde als mensch en van hare gelijkberechtiging met haren
broodheer. Tevreden uit onkunde, tevreden uit onwetendheid maar toch niet zoo
verstompt dat ze niet opmerkt: zooveel werkgevers hebben we rijk zien worden,
doch nimmer een enkelen steenarbeider.

Vrouwen en kinderen liggen, om zo te zeggen, voor het 'oprapen'. De vrouwen en de kinderen staan vaak niet eens op de loonlijst; ze hebben maar op te draven zeker als ze in een huis van de steenfabriek wonen. De vrouw ontloopt de steenplaats maar zelden. Zij is een goed tegenbod als de baas geen zin heeft je vast werk aan te bieden voor de volgende campagne. Het is vaak slikken of stikken, voor jou staan er nog tien of meer in de rij. Trieste omstandigheden. 

"de menschen worden er toe genoodzaakt door de karige verdiensten van de mannen om de bij de bakker en kruidenier in den winter gemaakte schuld te kunnen delgen. Ze kopen op de pof."

Het is ook niet zo dat de gemeenten zitten te wachten op het plaatsen van een oven. Ze verzetten zich er vaak hevig tegen. Ovenvolk betekent voor een gemeente: ze nemen het niet te nauw, drinken veel en zijn een groot deel van het jaar behoeftig. En daar zit een gegoede burgemeester niet op te wachten. Een blok aan het been. Een steenfabrikant verwoordt het als volgt:"Arbeiders moest je 's winters, net als bieten kunnen inkuilen".
Ja, het ovenvolk staat hoog aangeschreven, niet hoger dan een voederbiet.